This site uses cookies to provide you with a more responsive and personalised service. By using this site you agree to our use of cookies. Please read our PRIVACY POLICY for more information on the cookies we use and how to delete or block them.

HUWELIJKSE VOORWAARDEN OPHEFFEN

15 september 2017

U heeft uw zaak lang geleden opgezet en is tot bloei gekomen. U bent op huwelijkse voorwaarden getrouwd en de aandelen van uw BV staan op uw naam. Het woonhuis en de privé middelen staan op naam van uw vrouw. U heeft het destijds zo geregeld om het privévermogen voor de bedrijfsrisico’s af te schermen. Vanwege de ontwikkeling van uw onderneming zijn de vermogens uit elkaar gegroeid. Het rechttrekken van de scheefgroei in de vermogens zal voorkomen dat bij uw overlijden onmiddellijk een behoorlijk bedrag aan successierechten aan de fiscus is verschuldigd.

U kunt echter alsnog van een “koude” uitsluiting van uw vrouw overgaan naar een algehele
gemeenschap van goederen. Dit is eenvoudig tot stand te brengen. De kosten zijn beperkt en er is geen belasting verschuldigd. Door het creëren van een algehele gemeenschap van goederen verkrijgt uw vrouw de helft van het totale gezinsvermogen. Haar vermogen stijgt plotseling en uw vermogen neemt navenant af. Waar in uw situatie de oorspronkelijke bedoeling van de huwelijkse voorwaarden allang achterhaald is, kleeft aan het tot stand brengen van een algehele gemeenschap van goederen maar één bezwaar.

De 50-50 verdeling van het totale vermogen werkt niet alleen bij uw overlijden, maar ook eerder, bij echtscheiding. U moet dan ook de waarde van de aandelen in de BV met uw vrouw delen. Waarschijnlijk zal bij een echtscheiding worden geregeld dat die aandelen aan u worden toe gescheiden, maar daardoor krijgt u wel een forse schuld aan uw ex.

Dit gegeven kan worden opgelost door de huwelijkse voorwaarden in tact te laten en daar een zogenaamde verrekenbeding in op te nemen. Een dergelijk beding houdt in dat alleen bij ontbinding van het huwelijk, door het overlijden van één van de partners, het gezamenlijke vermogen moet worden verdeeld alsof zij in
algehele gemeenschap van goederen gehuwd waren. Zo een verrekenbeding dient dan wel verplicht wederkerig te zijn en zonder voorbehoud te zijn aangegaan.

Het verrekenbeding moét dus in werking treden bij het overlijden van de eerst stervende partner, ongeacht welke dat is. Overlijdt u als eerste, dan blijft uw nalatenschap beperkt tot de helft van het gezamenlijke vermogen. Komt uw vrouw echter eerder te overlijden, dan erft u de helft van uw “eigen” vermogen en wordt daarvoor in de heffing betrokken. Het beding pakt dan averechts uit. Huwelijkse voorwaarden, testamenten enz. maakt men niet voor het leven. Het is altijd verstandig om de paar jaar deze zaken door een deskundige te laten bekijken. Dat geldt ook voor het verrekenbeding. Als de gezondheid van de vrouw
achteruit gaat, komt het verrekenbeding niet goed uit. Door op tijd te handelen kan het averechtse
effect dat optreedt als u het langst leeft vermeden worden. En wel, door het verrekenbeding weer ongedaan te maken.